Tien jaar geleden kocht negen op de tien starters nog een woning met een zogenaamde NHG-hypotheek, nu nog maar de helft.
Je moet tegenwoordig sowieso met zijn tweeën zijn, en zonder hulp van ouders kan een starter eigenlijk niet kopen.
NHG-bestuurder Carla Muters roept de politiek op tot stevige keuzes voor het bevorderen van het woningaanbod.
Starters op de woningmarkt kunnen steeds minder vaak gebruik maken van een Nationale Hypotheek Garantie.
Tien jaar geleden kochten negen op de tien starters nog een woning met een zogenaamde NHG-hypotheek, nu doet nog maar de helft dat, schrijft De Telegraaf.
Met name in de Randstad zijn amper huizen onder de NHG-grens van 325.000 euro te vinden.
Een single starter kan het wel vergeten
Het totaalaantal gegarandeerde hypotheken is eveneens gedaald van 70 procent naar een dieptepunt van 28 procent afgelopen februari, meldde De Hypotheekshop vrijdag.
Dit maakt de situatie van starters steeds moeilijker, zegt Martin Hagedoorn van de Hypotheekshop in De Telegraaf. "Je moet tegenwoordig sowieso met zijn tweeën zijn, en zonder hulp van ouders kan een starter eigenlijk niet kopen. Zo ver zijn we inmiddels."
Doel van HNG niet haalbaar in huidige markt
Het doel van de garantie was oorspronkelijk om woningbezit onder lage inkomens te bevorderen, maar volgens Hagedoorn gebeurt dat nu niet. Hij verwacht dat in de loop van het jaar nog meer starters afhaken.
"Nu neemt 51 procent van de starters zo’n garantie. Dat is een seizoenseffect omdat net de nieuwe NHG-grens is vastgesteld. Naarmate het jaar vordert en de huizenprijzen verder oplopen, zal dat percentage nog verder zakken".
De NHG is bedoeld om zekerheid te bieden bij calamiteiten, zoals baanverlies, ziekte of een scheiding. Als het huis in het geval van zo'n calamiteit moet worden verkocht, wordt de restschuld kwijtgescholden.
Consumenten betalen een provisie van 0,7 procent van de koopsom, maar daar tegenover staat dat geldverstrekkers 0,3 tot 0,6 procent korting op de rent bieden. "Die provisie heb je daardoor in een paar jaar terugverdiend", stelt Michel Ligtlee van Vereniging Eigen Huis in de krant.
Er wordt geen rekening gehouden met regionale verschillen
Regionale verschillen worden volgens Ligtlee totaal miskend. "Onder de huidige grens van 325.000 euro kan je in Amsterdam nauwelijks iets vinden, terwijl je in Groningen of Limburg voor die prijs wel een gezinshuis kunt krijgen. Je zou eigenlijk regionaal een NHG-grens moeten vaststellen."
Een ander probleem is dat de NHG-grens gebaseerd is op de huizenprijsstijging van het jaar daarvoor. "Maar je kunt die huizenprijsstijging nu eenmaal niet goed voorspellen", aldus Ligtlee.
"De stijgende woningprijzen en het tekort aan woningen zijn het probleem, daarom roepen we de politiek op tot stevige keuzes voor het bevorderen van het woningaanbod", zegt NHG-bestuurder Carla Muters in een reactie aan de krant.
Volgens Muters is de NHG-hypotheek juist nu relevant. "Niet alleen om de toegang tot de woningmarkt te bevorderen, maar ook als er betalingsproblemen ontstaan bij woningeigenaren. Dat is in deze coronatijd alleen maar belangrijker geworden."